"Het begrip 'inrichting' verdwijnt"

Al zo’n kleine 150 jaar is de ‘inrichting’ een van de centrale begrippen in onze milieuwetgeving. In de Omgevingswet komt dit begrip echter niet meer terug, met uitzondering van de Seveso-inrichting (Brzo-regelgeving). De ‘milieubelastende activiteit’ is het nieuwe uitgangspunt. Welke consequenties heeft dat?

Juridisch adviseurs Gertie van de Coevering en Marieke van Ginhoven van de OMWB deden op verzoek van de provincie een ‘botsproef’ en ontrafelden de vergunning van twee inrichtingen in milieubelastende activiteiten.

Hoe ingrijpend is het verdwijnen van het begrip ‘inrichting’?

“Het is echt een grote verandering,” zegt Marieke, “want ook een groot deel van het begrippenkader verandert. Een van de argumenten voor de verandering is om aan te sluiten op Europese regelgeving, zoals de Richtlijn industriële emissies. Het begrip inrichting in de Brzo-regelgeving blijft dan ook bestaan. Desondanks blijft het een grote verandering, waarvan de consequenties nog niet helemaal te bevatten zijn. Die consequenties hebben we geprobeerd in beeld te brengen met de botsproef. Hieruit blijkt dat niet alle nieuwe regels duidelijk zijn en de consequenties nu dus niet altijd te overzien zijn.

“Uiteindelijk moeten we toezicht kunnen houden op basis van een vergunning”

Gertie: “Met het begrip inrichting konden we goed uit de voeten, maar wel mede dankzij ruime jurisprudentie. Nu krijgen we een nieuw begrip, met nieuwe definities daarbij, waarvan je nog niet weet hoe je die moet uitleggen. De Omgevingswet geeft vorm aan integraal werken, aan behoefte aan inzichtelijke regels voor burgers, aan meer mogelijkheden voor initiatieven en participatie. De Wabo heeft daartoe de eerste stap gezet, maar doelde niet op inhoudelijke integratie. Zaken moeten meer in elkaar gaan haken. De grootste uitdaging is om de vragen die het nieuwe begrippenkader oproept, tijdig beantwoord te krijgen.”

Lees het hele verhaal in het tweede nummer van ons digitale magazine OMWB [in beeld].