Het eindonderzoek bodem

Wanneer moet u als bedrijf een eindonderzoek bodem laten uitvoeren en wat houdt dit in? Op deze pagina vindt u hierover informatie.  

Wanneer is een eindonderzoek bodem nodig?

De Omgevingswet schrijft voor dat u een eindonderzoek bodem moet uitvoeren als u een milieubelastende activiteit beëindigt waarbij bodembedreigende stoffen zijn gebruikt die op of in de bodem terecht kunnen zijn gekomen. Een paar voorbeelden zijn: 

  • Opslaan van bodembedreigende vloeistoffen in een tank (ondergronds of bovengronds) zoals chemicaliën, brandstoffen, oliën, vetten of pekel. 
  • Opslaan van bodembedreigende vloeistoffen in verpakkingen, zoals chemicaliën, oliën, vetten, koelvloeistof, verf, bestrijdingsmiddelen. 
  • Het wassen van voertuigen. 
  • Het aftanken van voertuigen. 
  • Het opslaan van vermestende goederen zoals niet houtachtig groenafval, kunstmeststoffen, (geshredderd) behandeld hout. 
  • Het opslaan van uitlogende goederen zoals strooizout, metalen (anders dan aluminium, ijzer en roestvrij staal), gebruikt straalgrit, (geshredderd) hout dat is geverfd of verduurzaamd. 
  • Het opslaan van “lekkende goederen”, zoals lege, ongereinigde verpakkingen voor oliën en vetten of met olie, emulsie of koelvloeistof verontreinigde afvalstoffen. 
  • Werkplaatsen waar met bodembedreigende stoffen worden gewerkt. 

Ook met bodembeschermende voorziening!

Het eindonderzoek bodem moet óók worden uitgevoerd als u altijd bodembeschermende voorzieningen heeft gehad, zoals lekbakken en/of een vloeistofdichte vloer. Daarmee is het namelijk niet uitgesloten dat er geen verontreiniging van de bodem heeft kunnen plaatsvinden. 

Verplaatsen van de activiteit

Als u uw bodembedreigende activiteit gaat verplaatsen, zoals het verplaatsen van een dieseltank, dan wordt dat gezien als het beëindigen van de activiteit op de eerdere deellocatie en de oprichting van de activiteit op de nieuwe deellocatie. Op de plek waar u de activiteit stopt moet u een eindonderzoek bodem uitvoeren.  

Het Bal geeft uitsluitsel 

Per activiteit wordt in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) aangegeven of een eindonderzoek nodig is. Dit is onder andere afhankelijk van de opslaghoeveelheid en de aard van de stof. De verwijzingen naar het eindonderzoek zijn terug vinden in hoofdstuk 3 en 4 van het Bal. Ga voor meer informatie naar de website van het IPLO.

Het kan ook zijn dat het eindonderzoek bodem in de omgevingsvergunning wordt verlangd.  

Situaties van voor de Omgevingswet

Voordat de Omgevingswet er was hoefde u het eindonderzoek bodem pas uit te voeren als uw bedrijf stopte. Met de komst van de Omgevingswet moet u dat al doen als de activiteit stopt (en uw bedrijf doorgaat). Hoe nu om te gaan met bodembedreigende activiteiten die vóór 1-1-2024 zijn gestopt maar waar nog geen sprake is van bedrijfsbeëindiging? In die gevallen hoeft u het eindonderzoek bodem nog steeds pas bij bedrijfsbeëindiging uit te voeren. Wel adviseren we u het onderzoek eerder uit te voeren om verspreiding van een eventuele bodemverontreiniging tegen te gaan. 

Uitzonderingen

Het kan zijn dat de opgenomen eis in het Bal om een eindonderzoek bodem uit te voeren op een bepaalde deellocatie niet redelijk lijkt voor de daadwerkelijk situatie. Bijvoorbeeld vanwege de kleinschaligheid van de activiteit. Het Bal bevat immers algemene regels. In dat geval kan een verzoek worden ingediend om het eindonderzoek niet te hoeven uitvoeren. Dit kan via info@omwb.nl. Hierbij zijn de volgende aspecten bepalend: opslaghoeveelheid, aard van de stof, fase van de stof (vast, vloeibaar, viskeus), soort verpakking (UN-keurmerk), verpakkingsgrootte, geopende of gesloten verpakkingen, het jaarverbruik, aanwezige bodembeschermende voorzieningen. Afwijken van het Bal wordt alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan.