Boa's in beeld: de 'politieman' van het milieu

Hoe ben je het boa-vak ingerold?

Joost: “Na vier jaar werken als toezichthouder asbest was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik heb via de OMWB een opleiding gevolgd en met laten bijscholen tot boa. Een goede keuze – het is een mooi vak!”
Jan: “Ik heb in mijn loopbaan bij de politie én als regulier milieutoezichthouder gewerkt. Die twee werelden komen samen in de combifunctie van repressief toezichthouder/boa. Een politieagent is een algemeen opsporingsambtenaar, die alle strafbare feiten mag opsporen. Een BOA is buitengewoon opsporingsambtenaar, die alleen strafbare feiten van de aangewezen wetgeving, in ons geval op het gebied van milieu mag opsporen. Een soort politieagent op het gebied van milieu. Een logische vervolgstap dus voor mij.”
Arno: “Ook ik heb eerst als politieagent gewerkt. Daar heb ik mijn eerste stappen gezet richting het vakgebied milieu.”

Wat vind je mooi aan het vak?

Joost: “De onderste steen boven krijgen. Dat is mijn missie. Als dat lukt en het ook nog eens beloond wordt met een gepaste straf voor de verdachte, dan geeft dat veel voldoening.”
Jan: “Het is een taak die ertoe doet. Leuk is niet het goede woord, maar het is nodig en effectief. Als wij ervoor kunnen zorgen dat iemand gestraft wordt, heeft dat ook een preventieve uitwerking. Zoiets doe je geen tweede keer meer. En daar gaat het om.”
Arno: “Het allermooist is als bedrijven naar aanleiding van een veroordeling gaan inzien dat ze echt verkeerd bezig zijn en besluiten de zaken anders te gaan doen. Als dat lukt, kan ik wel trots zijn op mijn werk.”

Wat voor zaken krijg je op je bord?

Arno: “Allerlei verdachte zaken op het gebied van milieuovertredingen. Dat kan gaan over asbest, bodem, opslag van gevaarlijke stoffen. Maar ook het niet melden van ongewone voorvallen is strafbaar.”
Jan: “Je moet denken aan allerlei overtredingen van de milieuwetgeving die onomkeerbaar zijn, zoals bodemverontreiniging, maar overtredingen bij asbestzaken of industrie, MKB of bouw en sloop. Daarom hebben we bij ons opsporingswerk ook informatie van derden nodig.”

Hoe krijg jij de onderste steen boven?

Joost: “Door zoveel mogelijk feiten te verzamelen die je kunt aandragen als bewijs. Die vind je door administratief onderzoek, maar ook door het horen van verdachten. Dat gebeurt op een vergelijkbare manier als de politie dat doet. Deze bewijsvoering dragen we over aan het functioneel parket.”

Welke eigenschappen moet je hebben als boa?

Jan: “Je moet uiteraard op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving – en goed voorbereid op pad gaan. Het helpt ook als je een achtergrond hebt in opsporingswerk en milieuwetgeving.”
Joost: “Je moet ook goed kunnen netwerken en samenwerken met andere organisaties. Bij je speurwerk heb je vaak contact met boa’s van andere organisatie, maar ook veel met OMWB-collega’s en Justitie.
Arno: In de omgang met verdachten moet je empathisch zijn en mensenkennis hebben. Ga vooral geen politie agentje spelen, maar toon empathie en blijf iemand waarderen voor wat hij of zij is. Ondanks zijn of haar acties. Je moet als boa wel mens blijven. Tegelijkertijd moet je ook met agressie om kunnen gaan en je mannetje staan. Een mooie combinatie.”