Brabantse omgevingsdiensten doen nader onderzoek naar ketenintegratie bij asbestbedrijven
De drie Brabantse omgevingsdiensten gaan verschillende bedrijven in de asbestketen nader onderzoeken. Het gaat om bedrijven die meerdere disciplines in de keten in eigen beheer hebben, de zogenoemde ketenintegratie. Hierdoor kan er een gelegenheid ontstaan voor illegaliteit binnen deze keten.
De praktijk laat bijvoorbeeld zien dat sommige in asbestverwijdering gespecialiseerde bedrijven niet alleen asbest verwijderen maar onder andere ook eigen containers plaatsen, eigen transport faciliteren en een eigen opslag hebben. In theorie kunnen deze processen, omdat ze in eigen beheer zijn, ook naar eigen inzicht ingericht worden. Hiermee kunnen ze de gelegenheid creëren om bepaalde processen makkelijker aan het toezicht te onttrekken. Ook sommige sloop- en grondwerkbedrijven in de provincie Noord-Brabant gaan op deze manier te werk.
De focus op deze specifieke bedrijven komt voort uit een samenwerking tussen de drie Brabantse omgevingsdiensten en een forensisch accountant. Na zes maanden screening van opgevraagde data uit het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) en het landelijke startmeldingenbestand zijn verschillende bedrijven geselecteerd. Aan de hand van specifieke criteria, onder andere de hoeveelheid asbest die wordt aan- en afgevoerd, worden risico-indicatoren vastgesteld, de zogenaamde ‘red flags’.
Die indicatoren moeten weer leiden naar één specifiek bedrijf dat volgens de data het meest risicovol is. Dat bedrijf kan van de forensisch accountant en de DAT’er (diepgaand administratief toezichthouder) een diepgaand administratief onderzoek verwachten.
Met het doel- en risicogerichte diepgaande administratieve toezicht willen de Brabantse omgevingsdiensten zich focussen op de bedrijven waar de kans op illegaliteit en risico’s voor de leefomgeving het grootst zijn. De benadering levert bovendien inzichten en signalen op waar niet alleen de omgevingsdiensten maar ook andere samenwerkingspartners hun voordeel mee kunnen doen om ondermijnende activiteiten tegen te gaan.