Data-analyse leidt tot het goede gesprek
De omgevingsdiensten zitten midden in een digitale transformatie. Onderdeel daarvan is de komst afgelopen zomer van het Brabants OmgevingsDatalab (BOD), een initiatief van de drie Brabantse omgevingsdiensten en de provincie Noord-Brabant.
Coördinator Jochem Pansier: “Het DataLab onderzoekt hoe we data kunnen benutten om als omgevingsdiensten effectiever te werken. Het lab is maar een klein onderdeel van de digitale transformatie. De kern is dat we veel meer van elkaar gaan leren. De data laten ons anders naar ons werk kijken.”
Over welke data hebben we het? Waar moeten we aan denken?
“Omgevingsdiensten beschikken over informatie die nu nog veelal versnipperd is. Veel kennis en informatie zit in hoofden van mensen. Of gegevens staan in word-files die opgeslagen zijn in allerlei uithoeken van ons systeem. Het is de kunst om informatie slim vast te leggen, zodat ze eenvoudig is te raadplegen en te combineren. En dan heb ik het niet alleen over gegevens als klachten of overtredingen, maar ook over waarnemingen bijvoorbeeld. Als toezichthouders bij bedrijven komen kunnen ze van alles waarnemen en vastleggen. Denk aan ageing (hoe oud zijn installaties?) of afvalstromen. Met slimme checklists en applicaties zijn allerlei waarnemingen ter plekke eenvoudig te registreren. Gaandeweg krijg je zo een schat aan informatie.”
Wat kunnen we daarmee?
“Door data te combineren, kun je ontwikkelingen zichtbaar maken. Dat kunnen data zijn van de verschillende omgevingsdiensten, maar zeker ook van externe bronnen. Dat levert interessante nuttige analyses en inzichten op waardoor wij ons werk beter kunnen doen, en ook kunnen we onze opdrachtgevers daardoor beter adviseren. ”
Noem eens een voorbeeld
Neem energie. Vanaf een bepaalde grens moeten bedrijven aantonen welke energiebesparende maatregelen ze hebben doorgevoerd. Bedrijven die zich melden, controleren we al of niet. Je kunt het ook omkeren. Op basis van data-analyse kunnen we zien welke bedrijven zich hadden moeten melden in het kader van de informatieplicht. Wie melden zich wel, wie niet? Vervolgens bespreek je samen hoe je hier op inspeelt.”
Met data kun je gedrag, trends en ontwikkelingen blootleggen?
“We werken bij DataLab met data-analisten en data-scientists. Met geavanceerde analysetechnieken creëren ze algoritmes. Om bij het voorbeeld van energie te blijven: die algoritmes voorspellen of een bedrijf zich had moeten melden. Daarvoor kijken ze naar een hele grote bak met (open) data die we over die bedrijven tot onze beschikking hebben. Met het algoritme vinden we verbanden die we anders mogelijk niet zagen.”
Data geven een richting aan, vervolgens is het de vraag wat je ermee doet?
“Data geven een eerste aanzet. De verdere duiding moet van onze experts komen. Het is vooral een uitnodiging om hier samen mee aan de slag te gaan. Hoe interpreteren we de data en wat is een mogelijke aanpak? Stel, we zien een stijging van het aantal klachten op industrieterreinen. De vraag is dan: hoe komt dat? Wat is de oorzaak? Hoe gaan we dat aanpakken? Oftewel: hoe leren we als omgevingsdiensten van dergelijke constateringen? De data zorgen voor de aanleiding, de experts bepalen de gerichte aanpak.”
Het is niet zo dat data-analyse en kunstmatige intelligentie ons werk overnemen?
“Het is eerder tegenovergesteld: de data attenderen ons op verschijnselen. Het woord is vervolgens aan onze experts. Data-analyses intensiveren ons werk. Het doet een dringender beroep op onze expertise. We gaan meer met elkaar in gesprek over wat we objectief zien gebeuren en wat we daarmee moeten doen.”
“Neem bijvoorbeeld de controle van LPG-tankstations. Gemeentes bepaalden voorheen zelf of dat moest gebeuren. De ene gemeente vindt het wel nodig, een andere niet. Tamelijk willekeurig. Kijk wat er gebeurt als je informatie objectiveert: de afgelopen 2 jaar hebben we alle LPG-tankstations gecontroleerd. Wat blijkt: het naleefgedrag is extreem laag (slechts 6%). Dat is een hard gegeven. Vervolgens kun je vragen stellen: hoe komt het dat er zo weinig wordt nageleefd? Welke overtredingen komen het meest voor? Wat zijn de beste interventies die wij kunnen doen als omgevingsdienst? Dat hoeft niet per se toezicht te zijn. We kwamen erachter dat de tankstations in de zomer veel werken met stagiaires en vakantiekrachten. Die tijdelijke krachten zijn niet op de hoogte van het noodplan. Dan is misschien voorlichting een betere oplossing dan het verscherpen van het toezicht.”
Je kunt ook zeggen: het naleefgedrag moet omhoog. Bijvoorbeeld naar 50%.
“Precies, je kunt doelen stellen, outcome-gericht werken. Maar het belangrijkste vind ik dat je door de data in gesprek raakt met elkaar. Dat is de echte meerwaarde. Samen de cijfers interpreteren en bepalen wat de gewenste aanpak en interventies zijn. Het Datalab zorgt voor de basisinformatie om tot kwalitatief sterkere analyses te komen.”
Door de digitale transformatie die we nu doormaken groeien we richting een continu lerende organisatie. We werken straks minder per individueel geval, en meer per thema. We leren van onze bevindingen. We leggen onszelf steeds opnieuw vragen voor: welke trends herkennen we? Hoe kunnen we daar beter op inspelen? Hoe kunnen we effectiever onze schaarse middelen inzetten? In het verleden legden we onszelf ook vragen voor, maar nu doen we dat op basis van data die vaak al een bepaalde richting aangeven. Data als instrument voor ‘Het Goede Gesprek’ met elkaar.”