Knolcyperus? Met wortel en tak uitroeien. Met 5000 volt.

Invasieve exoten als de knolcyperus en Japanse Duizendknoop zijn een plaag voor landeigenaren. De bijbehorende ongeremde wildgroei van deze hardnekkige woekerplanten verdringt andere groeiende soorten. Bestrijding met stroomstoten blijkt dé oplossing.

Wat te doen met een plantje als de knolcyperus? Meermaals schoffelen om de groei uit te putten? Erg bewerkelijk. Een omstreden chemisch bestrijdingsmiddel als glyfosaat is anno 2020 ook geen optie meer, daarvoor is onze leefomgeving te kostbaar en het proces kost veel te veel tijd. Een beter alternatief lijkt de bestrijding van de knolcyperus met stroomstoten. Op initiatief van Piet Heesters, van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, komen op deze vroege zonnige woensdagochtend op een stuk landbouwgrond in Lage Mierde verschillende partijen samen om naar de eerste resultaten van de nieuwe bestrijdingsmethode te kijken. Er heerst een optimistische stemming onder het gezelschap van agrariërs, gemeenteambtenaren, loonwerkers en afgevaardigden van verschillende waterschappen.

Samenwerking
Heesters nam vorig jaar adviseur Corné Huijben (Huijben advies) in de arm. Met twee in de nieuwe methode gespecialiseerde bedrijven, Ramm en Intrak gingen zij de samenwerking aan om te onderzoeken of de bestrijding naast Japanse Duizendknoop, ook voor de knolcyperus effectief is. Tijdens OD On Tour, juli 2019 trapten ze af. “Over een jaar weten we meer”, werd er gezegd. Inmiddels zijn we een jaar verder. Tijd om de tussentijdse balans op te maken.

Minder groei
Op de pachtgronden van de provincie aan de Dunsedijk in Lage Mierde krijgen de knolcyperus en ook een flinke strook Japanse Duizendknoop met opzet vrij spel om te groeien en om structureel behandeld te worden. Het gegeven dat met een enkele behandeling met stroomstoten van 5000 volt de knol van de knolcyperus en de wortelstokken van de Japanse duizendknoop in één keer uitgeroeid zijn, is onrealistisch. Corné Huijben vertelt dat ze de groei van het ‘knolletje’, de gevreesde exoot blijkt soms nauwelijks groter dan een tuinerwt, terug hebben kunnen dringen. “Dat is al een behoorlijke winst. Plekken die we vanaf vorig jaar juli hebben behandeld met de Zasso (een tractor die op een groot oppervlak stroomstoten de grond in schiet) laten vooralsnog in vergelijking met onbewerkte stukken land, een significant mindere groei van de knolcyperus zien. Dan heb je het over 33 procent minder groei.”

Hardnekkig
Toon Bouwmans van Waterschap De Dommel bevestigt het verhaal vanuit zijn eigen praktijkervaring. “We weten de groei van de knolcyperus terug te dringen met de stroomstoten, maar het blijft een terugkerend probleem. Toch moeten we inzetten op deze methode, andere efficiënte en verantwoorde manieren zijn er niet.” We hebben te maken met een kwestie van de lange adem. Shana Clercx, als onderzoeker werkzaam bij het Proef- en Vormingscentrum van de Landbouw in Bocholt in België, vertelt dat een knolcyperus soms ondergronds uit kan lopen. “De knol vermeerdert zich dan doordat de wortel verder groeit. Bovendien is de soort winterhard en kan hij met gemak maanden zonder water. Waar we na één van de droogste zomers ooit alle gras op een veld hebben zien verdwijnen bleef de knolcyperus donkergroen en vitaal overeind staan.”

Langere termijn
Jeroen van de Ven van het bedrijf Intrak (leverancier van machines aan de agrarische sector, red.) is voorzichtig optimistisch over de effectiviteit van de knolcyperusbestrijding met de Zasso. “We zien resultaat, de groei wordt geremd, maar de effectiviteit op de langere termijn is onduidelijk. De stroom gaat bij de bestrijding van binnen door de stengel naar de wortel. Vanwege het hardnekkige karakter van deze woekerplant weten we alleen niet of de wortel ten volle door de stroom wordt aangetast. De voortdurende aanmaak van groeihormonen in de wortel kan er wellicht voor zorgen dat hij zich niet na drie keer gewonnen geeft maar in het slechtste geval pas na twaalf keer. Zo reëel moeten we zijn.”

Praktijk
De bestrijding an sich is een bijzonder tafereel. Wat je ziet is dat de begroeiing boven de grond verschrompelt en dat het vocht aan de binnenkant van de plant oplost. Wat ontsnapt en eruitziet als rook is in feite stoom. De geur die vrijkomt is bijzonder en nergens mee te vergelijken.

Piet Heesters geeft aan dat een succesvolle aanpak van de knolcyperus niet alleen afhankelijk is van de bestrijdingsmethode maar ook een breed gedeeld bewustzijn. “We hebben gemerkt dat een invasieve exoot als de knolcyperus uit de taboesfeer is gehaald. Agrariërs spraken er eerder niet over, uit angst dat hun reputatie er op achteruit zou gaan. Inmiddels zijn we zo ver dat we de problematiek erkennen en de handen ineen hebben geslagen om er iets aan te doen. De resultaten van vandaag bieden perspectief. Ik hoop dat agrariërs het belang van deze verantwoorde effectieve bestrijding ook zien en er mee aan de slag gaan.”

Lees ook: