Brzo-bedrijven: hoeveel ongewone voorvallen werden gemeld in 2023?

Nederland kende in 2023 ruim vierhonderd bedrijven die onder het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (Brzo) vielen. Vanaf 1 januari 2024 is het Brzo 2015 komen te vervallen en is de Europese Seveso III-richtlijn opgenomen in de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en het Besluit activiteiten leefomgeving. Brzo-bedrijven worden sindsdien Seveso-bedrijven of Seveso-inrichtingen genoemd. Omdat dit bericht de voorvallen in 2023 beschrijft, toen het Brzo 2015 nog van kracht was, wordt gesproken over Brzo-bedrijven.

De Brzo-bedrijven moeten ongewone voorvallen melden aan hun bevoegd gezag, dit is één van de zes Brzo-omgevingsdiensten (vanaf 2024 Seveso-omgevingsdienst). Het aandeel Brzo-bedrijven dat, sinds de landelijke uniforme registratie, melding heeft gedaan van ongewone voorvallen is gestegen: 77% van de huidige Brzo-bedrijven heeft in de afgelopen zes jaar ongewone voorvallen gemeld. In 2023 werd melding gedaan van 3893 ongewone voorvallen. Dit is een afname ten opzichte van 2022, maar in lijn met de afgelopen 5 jaar.

Ongewone voorvallen zijn afwijkende gebeurtenissen met mogelijk verregaande gevolgen voor het milieu en de omgeving. Voorbeelden zijn een storing, brand of lekkages van gevaarlijke stoffen. De zes Brzo-omgevingsdiensten (Brzo-OD’s) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) registreren en analyseren gezamenlijk meldingen van ongewone voorvallen. Ook wordt onderzoek gedaan om de oorzaak te achterhalen en het risico op nieuwe voorvallen te verkleinen. De Brzo-OD’s gebruiken de informatie daarnaast voor hun toezichtstaak.

Meldende Brzo-bedrijven

Tot en met 2023 moesten bedrijven ongewone voorvallen melden aan het bevoegd gezag op grond van artikel 17.2 Wet milieubeheer (Wm). Afhankelijk van de aard en de omvang van het voorval is het bedrijf verplicht om een onderzoek in te stellen, het bevoegd gezag controleert en beoordeelt dit. Het bedrijf dient altijd maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen.

Sinds 2015 is het jaarlijkse aandeel Brzo-bedrijven waarvan een melding is geregistreerd toegenomen van 35% naar 52% in 2023 (figuur 1). Het aandeel meldende bedrijven is nog nooit zo hoog geweest als in 2023. Vanaf het moment dat de OD’s gezamenlijk analyseren schommelt het aandeel rond de 50%.

Niet bij ieder bedrijf vindt jaarlijks een gebeurtenis plaats dat als ongewoon voorval gemeld moet worden. Afhankelijk van de branche en het soort bedrijf kan het risico op een voorval relatief klein zijn. Van de huidige Brzo-bedrijven heeft 77% minstens eenmaal een voorval gemeld sinds 2018 (figuur 2). In 2023 hebben 12 Brzo-bedrijven voor het eerst een ongewoon voorval gemeld sinds het begin van de registratie. 94 Brzo-bedrijven (23%) hebben nog nooit een ongewoon voorval gemeld, waarvan 74 bedrijven (18%) meer dan 5 jaar actief zijn. Door de gezamenlijke analyses kunnen we extra aandacht besteden aan bedrijven met relatief veel meldingen, maar ook met weinig of geen meldingen.

Vanuit de Brzo-OD’s is in 2022 een onderzoek afgerond naar de meldingsbereidheid van ongewone voorvallen van de Brzo-bedrijven. Hieruit blijkt dat 9 op de 10 bedrijven het vanzelfsprekend vindt om ongewone voorvallen te melden en dat 8 op de 10 bedrijven dit ook daadwerkelijk altijd doet. Deze gedragsanalyse geeft mooie handvatten om bedrijven nog beter het belang te tonen van goede registratie en om eventuele barrières weg te nemen.

Meldingen Brzo-bedrijven

In 2023 zijn in totaal 3893 ongewone voorvallen gemeld en geregistreerd bij 211 Brzo-bedrijven. Sommige bedrijven zijn zeer complex en hebben relatief veel ongewone voorvallen met een beperkte impact. Onder de Wet milieubeheer konden deze bedrijven afwijken van artikel 17.2, middels een maatwerkvoorschrift in de vergunning. Met dit voorschrift hoeven bedrijven alleen specifieke significante ongewone voorvallen rechtstreeks te melden. Dat voorkomt administratieve lasten bij het bedrijf en de overheid. De afspraken over maatwerk-voorschriften kunnen per regio en per Brzo-bedrijf verschillen. Hierdoor kan het aantal rechtstreeks gemelde voorvallen per bedrijf variëren, van een fractie van de afwijkende gebeurtenissen tot bijna alles. De overige niet-significante voorvallen worden binnen het bedrijf geregistreerd. Deze registratie is te allen tijde door het bevoegd gezag in te zien of bedrijven sturen deze op. Het aantal bedrijven met een maatwerkvoorschrift is gestegen van 63 bedrijven in 2022 naar 70 in 2023. Deze bedrijven met maatwerkvoorschriften zijn dusdanig complex dat zij, zelfs zonder niet-significante meldingen, 2262 ongewone voorvallen hebben gemeld. Dit is meer dan de 1631 ongewone voorvallen bij de 333 Brzo-bedrijven zonder maatwerkafspraken voor ongewone voorvallen. In vergunningen afgegeven op basis van de Omgevingswet is een maatwerkvoorschrift niet meer mogelijk voor ongewone voorvallen.

De totale hoeveelheid ontvangen en geregistreerde meldingen van Brzo-bedrijven was in 2023 lager dan het voorgaande jaar en vergelijkbaar met een gemiddeld jaar in de reeks vanaf 2018. In 2020 en 2021 kan het aantal ongewone voorvallen beïnvloed zijn door lagere producties ten tijde van de coronacrisis. Voor 2023 is geen duidelijke verklaring aanwijsbaar waarom het aantal voorvallen relatief laag is. Interessant om hierbij te vermelden is, dat het aantal bedrijven met gemelde voorvallen juist hoger was dan ooit tevoren (figuur 1), wat erop duidt dat er goed gemeld werd. Beide constateringen wijzen erop dat er minder ongewone voorvallen plaatsvinden, maar dat de kans groter is geworden dat deze wel worden gemeld.

Geregistreerde meldingen

Vanaf 2018 gebruiken de Brzo-OD’s een informatiemodel voor het uniform en compleet melden, dat samen met de ILT is gerealiseerd. De afgelopen jaren is dit model verder aangepast zodat het nog beter bijdraagt aan een landelijk dekkend uniforme registratie. Dit model vergroot de analysemogelijkheden en is daarmee een stimulans voor datagedreven werken. Met de komst van de Omgevingswet zal dit model aangepast worden. In ogenschouw wordt genomen welke analysekansen de nieuwe situatie onder de Omgevingswet geeft.

Indicatie meldingen

De meerderheid van de ongewone voorvallen betrof een lekkage of emissie naar de lucht (65%). Emissie of lekkage naar de bodem is ook veelvoorkomend (9%), evenals fakkelen (ook 9%). Ten opzichte van 2022 is vooral de toename van 5 procentpunten van lekkage of emissie naar de lucht interessant om te benoemen, waardoor dit soort ongewone voorvallen nu bijna 2 van de 3 gemelde voorvallen betreft. De frequentie wordt onder andere beïnvloed doordat bepaalde soorten vaker als niet-significant worden gezien in maatwerkvoorschriften.