RIO, de katalysator van de regio

“Ik heb geen ‘pet’ op, dat maakt mij onafhankelijk in gesprekken en adviezen op weg naar de Omgevingswet.” Aan het woord is Wim van Oekel, Regionaal Implementatiecoach Omgevingswet (RIO) voor onder meer de regio Midden– en WestBrabant vanuit de VNG en het Programma Aan de slag met de Omgevingswet. 

Implementatiecoach is uw rol. Hoe ziet die rol eruit?

“Zoals de functienaam al zegt, ik ben een coach, geen projectleider. In mijn rol werk ik eraan om gemeente, provincie, omgevingsdienst, waterschap, GGD en veiligheidsregio in staat te stellen dat zij weten wat ze moeten doen op weg naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Zorgen dat informatie bekend is, dat de partijen in staat zijn om zelf keuzes te maken. Daartoe overleg ik veel, ben ik sparringpartner en verbind ik partijen. Dat is belangrijk, want de complexiteit, de werkdruk, de onzekerheid is groot.  Ik heb nog niemand ontmoet die de gehele opgave van deze implementatie overziet. We moeten vooral gaandeweg leren en ervaren zonder vooraf het eindresultaat te weten.” 

U noemt verbinding, de samenwerking, waar resulteert dat in?

“We zoeken elkaar actief op en werken intensief samen. Dit zie je als burger weliswaar niet concreet en direct terug in de samenleving, wél merk ik dat als in het besluitvormingsproces iets wringt, dat je dan onderling sneller doorvraagt als je elkaar kent. Dit versterkt weer de kwaliteit van de besluitvorming tussen overheidsorganisaties. Dáár zit wat mij betreft winst in. Want de Omgevingswet vraagt dat we – beter dan tot nu toe – elkaar opzoeken, sneller tot besluitvorming komen. Als je nu al samenwerkt, mensen kent, bouw je samen een netwerk op met gemeenten, waterschap et cetera waar we straks allemaal de vruchten van plukken.” 

Waarin zit dan specifiek uw aandeel?

“Ik adresseer, ik vertaal bijvoorbeeld problemen en vragen vanuit de praktijk terug naar de VNG, en andersom. Ik heb geen belang, geen pet. Daar zit mijn kracht in. Zoals in 2021. Organisaties staan veelal voor gelijksoortige opgaven. In Midden- en West-Brabant heb ik de vorming van regionale werkgroepen gestimuleerd. Door opgaven samen op te pakken ontstaat er meer draagvlak voor uniformering, kan degene die daar energie voor heeft door en degene die er geen capaciteit voor heeft, toch meegenieten van dat werk. Dat is gelukt, daar zie ik nu verbetering in.” 

U bent de katalysator?

“Zo kun je dat zien ja.” 

De Omgevingswet is al enkele keren uitgesteld, hoe kijkt u daarnaar?

“Uitstel is vervelend voor het moraal; belangrijker vind ik dat we – uitstel of geen uitstel – een klus te klaren hebben. De bedoeling van de wet, de cultuurverandering. Ik zie dat gemeenten vanuit de dwang om straks volgens de nieuwe wet ‘te moeten werken’, kantelen naar een vrijwillige stap om anders te willen werken, om met een omgevingstafel te werken bijvoorbeeld. Dat is mooi om te zien. Mijn tip voor de partijen waar ik mee samenwerk: Ga op volle kracht door met de onderwerpen waar je nu al als gemeente, omgevingsdienst, of andere organisatie zelf het verschil kunt maken!”