Gevaarlijke stoffen: Wat doet de OMWB voor de veiligheid?

De enorme explosie in Beiroet roept vragen op over onze eigen veiligheid. Hoe bewaken we de veiligheid van eenieder in een volle maatschappij waar spoorwegen, kantoorgebouwen, snelwegen en fabrieken dicht bij elkaar staan? De omgevingsdiensten spelen hierbij een hoofdrol. Een gesprek hierover met Coen Kouwenberg, technisch adviseur bij de OMWB, die dagelijks werkt aan omgevingsveiligheid.

Over welke gevaarlijke stoffen hebben we het?
“Het gaat vooral om chemische producten zoals benzine, reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, maar ook bijvoorbeeld om vuurwerk of grote hoeveelheden kunstmest. Ruwweg hebben we het over stoffen die kunnen exploderen, die brandgevaarlijk zijn of giftig. Rondom het vervoer en de opslag van die gevaarlijke stoffen hebben we in Nederland een heel web aan regels opgetuigd. Al naargelang het gevaar kunnen die regels heel ingrijpend zijn. Bij een bedrijf als Shell bepalen die regels een groot deel van het bedrijfsproces. Maar ook kleine MKB-bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken hebben met de regels te maken. De OMWB houdt hier toezicht op.”

Het gevaar per bedrijf is natuurlijk heel verschillend?
“Industrieterrein Moerdijk met grote petrochemische installaties, is natuurlijk een ander verhaal dan een enkel losstaand bedrijfje ergens in een dorp. Maar toch is de basis van het toezicht hetzelfde. Wij stellen ons steeds opnieuw de vraag: ‘Hoe gevaarlijk is het voor de mensen in de directe omgeving?’ Letterlijk trekken we cirkels om dit soort bedrijven, we benoemen het gevaar en de reikwijdte, en afhankelijk daarvan moeten bedrijven voldoen aan regels om ongelukken te voorkomen.”

Bij grote concerns lopen veiligheidsmanagers rond; maar hoe werkt dat bij een klein bedrijfje. Zo’n ondernemer weet misschien globaal wat de risico’s zijn?
“Op de eerste plaats heeft zo’n ondernemer een vergunning nodig. Dus die weet welke eisen er worden gesteld. Ook hebben we in Nederland per stof in begrijpelijke taal opgeschreven hoe bedrijven er mee om moeten gaan. Dat staat met name in de PGS (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, red.). In die regels staat bijvoorbeeld dat bedrijven een sprinkler- of blusinstallatie moeten aanleggen in de opslagruimte als ze een bepaalde hoeveelheid van een stof in huis hebben. Dat is per stof heel gedetailleerd uitgeschreven.”

“Verder werken we in Nederland met Safeti-NL, het veiligheidsmodel van de RIVM; dit is hét expertisecentrum in Nederland als het gaat om de risico’s van gevaarlijke stoffen. Safeti-NL is een rekenprogramma waarmee bedrijven precies kunnen uitrekenen wat de risicofactor is van een stof waarmee ze werken. Al naargelang de uitslag van dat rekenprogramma moeten bedrijven (aanvullende) maatregelen nemen.”

Wat is de rol van de omgevingsdienst?
“Wij controleren of bedrijven zich aan de regels houden die voor hen gelden. Maar ook zoomen we uit en kijken naar een gebied als geheel. Wij hebben een kaart voor ons met cirkels rondom bedrijven. We zien zo alle gevaren als geheel. Een ongeluk bij het ene bedrijf kan tot onheil leiden bij het naburige bedrijf en zo een domino-effect creëren. Ook dat moet je zien te voorkomen. Hoe is het gevaar per bedrijf en gebied zo beheersbaar mogelijk te maken en te houden? Dat is een van onze belangrijkste taken. Met onze vergunningverlening en toezicht spelen we daar op in. Daarbij kijken we dus ook goed naar de omgeving. Je wilt geen zorgboerderij in de buurt van een gevaarlijk bedrijf omdat daar mensen verblijven die moeilijk kunnen vluchten als het nodig is. Wat op de ene locatie wel kan, kan op een andere locatie niet.”

Coen benadrukt dat het werken aan omgevingsveiligheid voor de OMWB meer is dan alleen de controle van gevaarlijke stoffen. “We kijken bijvoorbeeld mee naar de eisen die er moeten worden gesteld bij de komst van nieuwbouwwijken naast een spoorlijn of een snelweg.”

Zoomen we in op de gevaarlijke stoffen dan is er een heel web aan regels. Hoe gaat het toezicht in zijn werk?
“Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen sturen ons (verplicht) inspectierapporten. Hieruit blijkt dat de maatregelen die ze hebben genomen nog steeds afdoende zijn. Je kunt bijvoorbeeld ooit een sprinklerinstallatie hebben aangelegd, maar die moet vele jaren later ook nog werken. Dat moet je controleren. Het laten verrichten van inspecties is een verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf en zij rapporteren dat. Een belangrijke uitdaging is dat bedrijven voortdurend veranderen. Omdat ze groeien of nieuwe producten gaan maken. Zijn er mogelijke aanvullende regels nodig omdat bedrijven inmiddels ook met andere stoffen werken? Of omdat hoeveelheden veranderen? Dat moeten wij scherp in beeld zien te houden.”

Voert de OMWB vanuit een soort politierol inspecties uit?
“In z’n algemeenheid zeg ik nee. Wij kiezen bewust voor samenwerking met bedrijven. De doorsnee ondernemer is trots op zijn bedrijf en wil ook zelf dat het veilig is. Voor de omwonenden, maar natuurlijk ook voor de eigen medewerkers. Onze toezichthouders bezoeken die bedrijven één of twee keer per jaar. Dan praten we samen met het bedrijf over de ontwikkelingen; als gelijkwaardige gesprekspartners. Die gesprekken leveren veel informatie op. Het leert onze toezichthouders hoe serieus bedrijven omgaan met de veiligheid. Ze proeven de bedrijfscultuur, ze zien of het bedrijf zijn zaakjes goed voor elkaar heeft of niet.”

“Daarnaast is het zo dat we bedrijven ook volgen op basis van data waarover wij beschikken. Als het gaat om de verplaatsing en opslag van gevaarlijke stoffen beschikken we over veel gegevens. Ook kunnen wij de registratie van het transport en de opslag inzien bij de bedrijven. Als je ziet dat er lacunes ontstaan, is dat een sein om gericht te gaan controleren.”

Je hebt natuurlijk altijd handige ondernemers die kiezen voor illegale paden?
“Maatregelen die wij eisen zijn kostenverhogend. Dat speelt natuurlijk altijd mee bij bedrijven. Er is veel geld te besparen door maatregelen te omzeilen. En het gebeurt natuurlijk. Onze toezichthouders hebben daar een antenne voor ontwikkeld. Of een bedrijf betrouwbaar te werk gaat of niet; dat voel je en dat zie je. Krijgen we verkeerde signalen, dan volgt gericht onderzoek. Het naleefgedrag bij bedrijven is hoog, maar er zullen altijd uitzonderingen op de regel blijven bestaan; helaas.”

Honderd procent veiligheid bestaat niet, maar overall kun je zeggen dat veiligheid rondom gevaarlijke stoffen goed is geregeld?
“Ik durf te stellen dat we het goed hebben geregeld. De afstand tussen toezicht en bedrijven is klein. We proberen het aan de voorkant goed te regelen, waardoor je veel minder corrigerend hoeft op te treden. Bedrijven staan er ook open voor. Veiligheid staat hoog op de agenda in Nederland. We zijn een risicobewust volkje. Dat merk je in ons hele doen en laten. Ook bij de bedrijven. Veiligheid; ketentoezicht is goed georganiseerd. We zijn nuchter en sterk gericht op cijfers. We werken graag met lijstjes. We willen punten afvinken, obstakels wegwerken zodat we verder kunnen.”

Achtergrond
Externe veiligheid is een complex werkveld dat vraagt om specialistische kennis. De OMWB is het expertisecentrum in Noord-Brabant voor externe veiligheid. Zij ondersteunt gemeenten en provincie bij het maken van beleidsplanning voor ruimtelijke ontwikkeling. Dat doet ze onder meer door gedetailleerde risicoanalyses voor ze te maken. Daarnaast schakelen ze het OMWB in voor de vergunningverlening, het toezicht en handhaving bij bedrijven.