"We hebben echt maatwerk kunnen leveren met het opleidingstraject"

Om goed voorbereid te zijn op de Omgevingswet heeft de OMWB in een vroeg stadium een plan gemaakt om het interne kennisniveau op peil te krijgen. HRM-adviseur Erik van de Polder en interne trainers Annemiek Vermeulen en Robert Hilgers blikken terug. 

“Als eerst hebben we een analyse gemaakt van wat er allemaal verandert in de processen en wat dat betekent voor collega’s”, vertelt Erik. “Toen werd duidelijk dat we aan de slag moesten met vier verschillende competenties, integraal afwegen, omgevingssensitiviteit, beïnvloeden & adviseren en time management. Laatstgenoemde bleek vooral een factor van betekenis voor de vergunningverleners, zij krijgen straks met een termijn van acht weken te maken, die is aanzienlijk korter dan ze tot nu toe gewend zijn en daar moeten ze op kunnen anticiperen. Voor het beïnvloeden en adviseren hebben vijf collega’s vanuit verschillende disciplines zich beschikbaar gesteld als co-trainer. Die zitten dichtbij de praktijk en konden dus vanuit die positie ook heel concreet de vertaalslag maken naar de praktijk. Het argument ‘dat heeft geen invloed op mijn werk’, kon op die manier bijgesteld of ontkracht worden. Het bewustzijn van de impact werd daardoor groter en vooral belangrijk, doorvoeld.”  

Kennis

“Uiteraard moesten we ook het kennisniveau rondom de inhoud bijspijkeren. Onze specialisten hebben verschillende opleidingsmodules kunnen volgen om goed toegerust te zijn op de ingrijpende veranderingen binnen hun werkgebied, zoals bijvoorbeeld asbest en bodem. Voor de algemene basale kennis die de Omgevingswet straks van ons vraagt hebben we ingestoken op het train-de-trainer-principe. Daar kwamen toezichthouder Annemiek Vermeulen en vergunningverlener Robert Hilgers in beeld. Zij hebben zich destijds door Omgevingsdienst NL Academie op laten leiden om collega’s wegwijs te maken in het stelsel van de Omgevingswet en de meest uiteenlopende nieuwe processen die straks geraadpleegd moeten worden.”  

Maatwerk

“We hebben geprobeerd om op een zo logisch mogelijk moment te beginnen met de opleiding”, vervolgt Annemiek. “Het laatste dat we wilden was namelijk dat we voortvarend met opleiden zouden beginnen en de kennis en energie niet vastgehouden zou worden door meerdere keren uitstel. Het bleef onzeker maar we hebben geprobeerd om daarin een goede schatting te maken door pas echt begin dit jaar meters te gaan maken. Het bleef, en blijft helaas, koffiedik kijken.” Annemiek volgde in het verleden al een opleiding Omgevingskunde, maar ze wilde haar oriëntatie ook verbreden door van meerwaarde te kunnen zijn voor de Omgevingsdienst. Het train-de-trainer traject paste mooi in die ambitie. Robert Hilgers had al eerder ervaring opgedaan met het trainen van collega’s. De omvang en impact van de Omgevingswet maakte het voor hem een interessante opgave. Na verloop van tijd vormden ze samen een onafscheidelijk duo dat de taak kreeg om de organisatie op vlieghoogte te krijgen voor de Omgevingswet. Dat gebeurde niet alleen via de klassikale (en door corona deels digitale) aanpak maar ook met behulp van uitlegvideo’s en animaties in de vorm van vlogs, gepresenteerd en gemonteerd door henzelf. “Zo hebben we écht maatwerk kunnen leveren”, vertelt Robert.  

Praktisch

“De Omgevingswet was een nieuw fenomeen, we hebben collega’s wegwijs gemaakt in de verschillende door te lopen processen bij vergunningverlening. Waar moeten de vergunningverlener én het bedrijf straks zoal rekening mee houden? De toe te passen systematiek op basis van de nieuwe wet- en regelgeving hebben we in verschillende sessies uiteengezet. Met regelmaat bevonden we ons in een interessant spanningsveld. Want de praktische handvatten die we aanreikten konden pas echt in het werk geïntegreerd worden als ook duidelijk was wat nu precies het voordeel was van deze nieuwe samenstelling van wetten. De visuele vertaalslag hielp daarbij altijd goed. Van een enorme stapel papier naar een compact pakket met wetten, zo werd het in de presentaties ook uitgebeeld. Daarnaast kent de wet een harmonisering qua terminologie, ze grijpen in elkaar en hoeven dus niet meer afzonderlijk van elkaar geïnterpreteerd te worden. Dat zo’n verandering vooral veel voordelen biedt mag duidelijk zijn. Soortgelijke ingrijpende veranderingen zijn overigens niet helemaal nieuw voor onze organisatie. De wet milieubeheer, de wabo, het Activiteitenbesluit; het zijn allemaal wijzigingen die we hebben weten integreren in ons werk”, relativeert Robert. “Wij planten de zaadjes.”, zegt Annemiek. “We hebben nu de basis gelegd qua kennis en we hebben geoefend met casussen. De systematiek van het nieuwe stelsel zit er steeds beter in.” “De komende twee à drie jaar moet deze kennis verder verdiept worden, aan de hand van de dagelijkse praktijk. We hebben voortdurend meegegeven dat men niet teveel vast moet blijven houden aan ‘het oude’, maar moet focussen op wat er aan zit te komen. Voortdurend achterom blijven kijken is funest voor de implementatie van de nieuwe werkwijze. Annemiek en ik zijn het er over eens dat de basis, het referentiekader, nu in ieder geval staat als een huis”, zegt Robert. “Voor de nazorg zijn we straks ook aanspreekbaar. Het voelt wellicht voor velen als stilte voor de storm, maar ik denk dat we meer dan voldoende zijn voorbereid.”